Raad van Advies van de Taskforce Ontwikkelingsgericht Onderwijs
Ik ben lid geworden van de Raad van Advies van de Taskforce Ontwikkelingsgericht Onderwijs (TOO). Ik vind het eervol om via de TOO bij te dragen aan het denken over onderwijs in Nederland.
De TOO bepleit in een manifest op de eigen website dat het de hoogste tijd wordt voor ontwikkelingsgericht onderwijs. Het Nederlandse onderwijsbestel moet op de schop. De TOO spitst de argumentatie toe op twee punten:
- het opheffen van het leerstofjaarklassensysteem en
- het opheffen van het onderscheid tussen beroepsonderwijs en algemeen vormend onderwijs.
Hier een paar belangrijke passages uit dat manifest:
Leerstofjaarklassensysteem
Relevant voor de argumentatie van de TOO zijn drie ankerpunten:
- De vroege start met een inclusieve basisvoorziening waarin de natuurlijke ontwikkeling van kinderen spelenderwijs gestimuleerd wordt.
- De doorlopende ontwikkelingslijn waarin het eerst vooral om socialisatie en persoonsvorming gaat en pas later om kwalificatie.
- De brede en sterke leercultuur waarin het vanzelfsprekend zal zijn dat iedereen zich een leven lang zal blijven ontwikkelen.
Wie deze drie uitgangspunten serieus neemt, zal tot de conclusie komen dat de normleerling uit ons onderwijsbestel dient te verdwijnen. De normleerling is een ellendig gedrocht, een misbaksel uit de keuken van controlefreaks die zich ernstig hebben verkeken op wat je met statistische toetsen kunt waarmaken. De normleerling is de spil van het leerstofjaarklassensysteem, het idee dat je leerlingen in jaarklassen bij elkaar kunt zetten en hen van dag tot dag dezelfde welbepaalde leerstof aan kunt bieden. De normleerling ontkent de enorme diversiteit die kenmerkend is voor onze jeugd: niet allemaal even handig, oud, geduldig, gemotiveerd, intelligent, sportief, muzikaal, belezen, en ga zo maar door.
Het leerstofjaarklassensysteem creëert een nieuwe, kunstmatige, maatschappelijk verwerpelijke ongelijkheid door de natuurlijke diversiteit te ontkennen. Het leerstofjaarklassensysteem beloont de normleerling en straft hen die van de norm afwijken, doordat zij op hun leeftijd niet met de aangeboden stof uit de voeten kunnen. Misschien leren ze te gemakkelijk, of juist te moeizaam, of zijn er andere redenen waarom ze op dat moment en in die context geen normleerling kunnen zijn.
Het leerstofjaarklassensysteem creëert uitvallers – buiten de boot vallende leerlingen die niet gestimuleerd worden in hun natuurlijke ontwikkeling, die geen doorlopende ontwikkelingslijn wordt geboden en die dag na dag aangemoedigd worden om een hekel te krijgen aan het schoolse leren en die zich daardoor vervreemden van de brede en sterke leercultuur die juist zo goed voor hen zou kunnen zijn. Het leerstofjaarklassensysteem is in strijd met de wet: het hindert de ononderbroken ontwikkeling van te veel kinderen. Het moet daarom vervangen worden door een ontwikkelingsgericht onderwijssysteem waarin iedere leerling zich in eigen tempo en in eigen richting kan ontwikkelen.
Opheffen onderscheid beroepsonderwijs en algemeen vormend onderwijs
De vroege selectie na groep 8 van de basisschool is een ernstig nadeel, maar nog erger is de radicale segregatie die het bestel bewerkstelligt tussen cognitief zwakkere en cognitief sterkere jongeren. Dit graduele onderscheid wordt door ons onderwijsbestel verabsoluteerd doordat de cognitief zwakkere leerlingen veroordeeld worden tot beroepsgeoriënteerd en praktisch ingericht onderwijs en de cognitief sterkere leerlingen op even kwalijke wijze worden veroordeeld tot academisch georiënteerd en theoretisch ingericht onderwijs. Het resultaat is een door het onderwijsbestel gecreëerde gesegregeerde samenleving waarin hogeropgeleiden en lageropgeleiden elkaar nauwelijks nog tegenkomen en waarin de beroepsbevolking te maken heeft met scheidslijnen die adequaat en op niveau functioneren drastisch in de weg zitten.
Wij moeten de scheiding tussen beroepsgeoriënteerd en academisch georiënteerd middelbaar onderwijs radicaal afwijzen. Dat is de enige route naar een werkelijk ontwikkelingsgericht onderwijssysteem. In een sterke leercultuur is geen plaats voor het definitief vaststellen van iemands niveau en al helemaal geen plaats voor het splitsen van het onderwijs in een theoretisch ingerichte, hogere zuil en een praktisch ingestelde, lagere zuil.
Natuurlijk brengen de radicale conclusies waarvan wij menen dat ze getrokken moeten worden, nieuwe vragen en uitdagingen met zich mee. Maar uiteindelijk zullen er alleen maar winnaars zijn, zoals wij op onze website https://www.taskforceoo.nl laten zien: leerlingen die zich in hun eigen tempo en in hun eigen richting een leven lang kunnen ontwikkelen, ouders die hun kinderen gemotiveerd naar school zien gaan, leraren die minder werkdruk ervaren en die de maatschappelijke erkenning verdienen die hoort bij een publieke sector waar iedereen beter van wordt en een gezonde samenleving waarin ons culturele kapitaal duurzaam kan blijven bloeien.
Namens de Taskforce Ontwikkelingsgericht Onderwijs,
Jan Bransen en Sjef Drummen
Hieronder staan het bestuur van de TOO en de adviseurs: