Op 12 november 2018 was de laatste inhoudelijke
raadsvergadering van de gemeente Haren. Met twee grote onderwerpen: Haderaplein
en de verhuizing van de Brinkschool. Het werd een memorabele, maar uiterst
teleurstellende avond!
Verhuizing
van de Brinkschool naar de Rummerinkhof
Begin 2017 zijn we als college
gestart met de dialoog over de huisvesting van het onderwijs in Haren. In
november 2017 heeft dat geresulteerd in een Integraal Huisvesting Programma (IHP)
voor de periode 2018-2021. In het IHP werd voorgesteld om de Brinkschool te
verplaatsen naar de Rummerinkhof 8, het oude gebouw van het Zernike College. In
dat gebouw zaten 450 leerlingen in de leeftijd van 13 tot 15 jaar. De
Brinkschool heeft de groei van de school eerst op kunnen vangen met twee
noodlokalen en intern is er met ruimtes geschoven. Maar in de komende jaren zal
de Brinkschool volgens de prognose doorgroeien van 290 naar 370 leerlingen. Een
nieuwe locatie is onvermijdelijk. Het vrijgekomen schoolgebouw aan de
Rummerinkhof biedt ruimte aan de maximale geprognotiseerde groei van de
Brinkschool en ruimte voor kinderopvang. Het eerste Kindcentrum kan in Haren gerealiseerd
worden. De gemeenteraad van Haren heeft het IHP overgenomen met één voorwaarde.
De verhuizing van de Brinkschool naar de Rummerinkhof is alleen akkoord als het
verkeerskundig veilig genoeg is. Dat heeft geleid tot veel gesprekken en een
aantal varianten voor parkeren, het regelen van het bestemmingsverkeer en het
omgaan met doorgaand verkeer. Wat is nu precies het verkeersprobleem? Als de
Brinkschool in het schooljaar 2019-2020 naar de Rummerinkhof zou gaan dan zijn
er twee basisscholen aan de Rummerinkhof met ca. 570 leerlingen. De jaren daarna
zou de groei kunnen leiden tot 620 à 650 leerlingen van de beide scholen en ca.
30 kinderen van de Kinderopvang. Vooral in de spits komen bij elkaar: schoolbestemmingsverkeer
van wandelaars, fietsers en auto’s, bestemmingsverkeer van het bedrijventerrein
achter de scholen en doorgaand verkeer. Het bureau Roelofs heeft voor de
gemeente simulaties gemaakt van de verkeersdruk. Dat leverde geen schokkende resultaten
op. Een beetje extra wachttijd en beperkte extra filevorming op het kruispunt. Van
de zijde van de ouders van kinderen van de Peter Petersenschool (PPS) was eerst
veel verzet tegen de komst van Brinkschool, omdat het volgens hun te veel
verkeersgevaar zou opleveren. We hebben de beide scholen gevraagd om samen na
te denken over een oplossing. Dat is gebeurd in het Postillion-overleg. Hun
voorstel is: 1. Maak een verkeersvrijplein tussen de beide scholen; 2. Beperk
het aantal parkeerplaatsen tot 40 à 50 en maximaliseer daarmee de school- en
speelpleinen; 3. De scholen regelen een verschil van aanvangstijd van 30
minuten en 4. De scholen regelen met hun eigen medewerkers dat ze de auto
buiten het onderwijsgebied plaatsen. Dit voorstel betekent het schrappen de
fietsstraat tussen de scholen door. De gemeenteraad vond dit een interessante
wending in de discussie en wilde een reactie van het college op dit voorstel,
maar ook van de Klankbordgroep Verkeer en de Milieu Advies Raad.
Royal HaskoningDHV
Het college heeft Royal HaskoningDHV
(RHD) gevraagd voor een second over de verkeerssituatie in geval dat de beide
basisscholen aan de Rummerinkhof zouden komen. RHD concludeerde dat er sprake is
van een heftige spits, maar dat het met een aantal maatregelen zou moeten
kunnen. RHD pleiten in hun rapport voor het uit elkaar houden van fietsverkeer en
autoverkeer en vragen aandacht voor de wachtende- en op- en afstappende
fietsers. Daar moet ruimte voor komen. RHD wilde een duidelijke entree voor
auto’s en een aparte entree voor fietsers. Daarom kiest RHD voor een in- en
uitgang voor auto’s ten westen van de PPS en de fietsstraat tussen de scholen
door als entree voor fietsers. Met aan de weerskanten van de fietsstraat ruime op-
en afstapruimtes. In deze optie zit tenminste één lastig verkeerstechnisch
punt. De fietsers ten noorden van de scholen zullen een stuk weg combineren met
autoverkeer van en voor het bedrijventerrein en wandelende ouders met kinderen
van de parkeerplaats naar de Brinkschool. Het wandelende publiek moet een
drukke fietsstraat oversteken en de autoweg van de bedrijven. Dat vind ik een
zwak punt in de oplossing van RHD. Allesbehalve veilig! Met een
verkeersvrijplein en dus het schrappen van de fietsstraat hoeven fietsers niet
meer samen met auto’s over een stukje van de weg en hoeven ouders met kinderen
niet de drukke fietsstraat over te steken. Kortom veel veiliger. Het grote
bezwaar van RHD tegen het verkeersvrije plein is dat fietsers uit Oosterhaar
door het tunneltje bij het station richting Groningen gaan en de Rummerinkhof
nemen. Dat kan makkelijk leiden tot menging van forse verkeersstromen aan de
Rummerinkhof voor de PPS. Autoverkeer, doorgaand fietsverkeer, bestemmingsfietsverkeer
en op- en afstappende fietsers. In een gesprek met de opsteller van het rapport
van RHD heb ik ingebracht dat de logische fietsroute vanaf de tunnel bij het
station over de Nieuwe Stationsweg moet gaan. Dan door over de Middelhorsterweg
en vervolgens naar de fietsroute plus over de Jachtlaan. Maar fietsers laten
zich niet makkelijk sturen. De kans is groot dat ze de Oosterweg nemen. Dat
betekent meer druk op de kruising Oosterweg/Kromme Elleboog/Rummerinkhof,
volgens RHD. De opsteller van het RHD-rapport gaf aan dat zij alleen naar de
verkeerskundige aspecten hebben gekeken en niet naar onderwijskundige aspecten.
De politiek moet alle aspecten wegen. Bij de weging van de onderwijskundige
aspecten en de verkeersaspecten ben ik uitgekomen op het verhuizen van de Brinkschool
naar de Rummerinkhof in combinatie met een verkeersvrijplein en dus schrappen
van de fietsstraat. Het terugbrengen van het aantal parkeerplaatsen naar
maximaal 50 vind ik ruig. De definitieve keuze daarover, de precieze route van
de in- en uitgang voor de auto’s naar de parkeerplaatsen en het
bedrijventerrein en de plek van de aanvullende nieuwbouw voor de PPS moet onder
regie van Groningen worden uitgewerkt. Mijn voorkeur kwam overeen met de motie
van D66, VVD en CU, goed voor 8 van de 17 zetels. Maar helaas heeft dit
standpunt geen meerderheid gekregen in de raad. De meerderheid van 9 zetels van
PvdA, GVH, CDA en GL vonden de verkeersoplossing niet overtuigend en kiezen
ervoor om de Brinkschool niet naar de Rummerinkhof te verplaatsen. Voor deze
meerderheid moet de fietsstraat er komen tussen de scholen door. De Brinkschool
moet het wat de meerderheid van de raad betreft voorlopig doen met twee
locaties en hopen dat de gemeente Groningen een nieuwe locatie voor de
Brinkschool zoekt en vindt. Over het aanpassen van de kruising Oosterweg/Kromme
Elleboog/Rummerinkhof tot een gelijkwaardige kruising waren de fracties het wel
eens.
Wat nu te doen?
Komt de fietsstraat er nu? Wordt de
kruising op korte termijn aangepakt? En moeten de kinderen van de Brinkschool
nu weer uit de tijdelijke huisvesting aan de Rummerinkhof? Eerst zal er met
Groningen gesproken worden. De budgetten voor verkeersaanpassingen waren
gekoppeld aan de verhuizing van de Brinkschool naar de Rummerinkhof. Als dat
niet doorgaat, dan zijn die infrastructurele budgetten ook niet beschikbaar.
Groningen kan nu ook voor een veel goedkopere oplossing kiezen. Brinkschool in twee
gebouwen: huidige gebouw aan de Oude Brinkweg en het oude gebouw van De Linde
aan de Hertenlaan. En het gebouw Rummerinkhof 8 verkopen. Maar Groningen kan
ook kiezen voor de verhuizing van de Brinkschool naar de Rummerinkhof en de
panden aan de Oude Brinkweg en de Hertenlaan verkopen. De kans op een hele
andere locatie en nieuwbouw acht ik niet realistisch op de korte termijn, omdat
Groningen geld te kort komt voor het eigen huisvestingsprogramma en er een
aantal scholen in Groningen al lange tijd op de wachtlijst staan voor
nieuwbouw. En als Groningen weet dat de kinderen van de Brinkschool voor 42%
uit de wijk Harener Holt komen, waar zou Groningen dan de Brinkschool
huisvesten?
Dan het huidige gebruik van
Rummerinkhof 8. De meerderheid van de raad vindt dat de kinderen die nu
tijdelijk in de Rummerinkhof zitten na de Kerstvakantie moeten verkassen naar De
Linde. Tijdelijke huisvesting is een collegeaangelegenheid. Het college zal de
kinderen van de Brinkschool dit schooljaar niet laten verhuizen. Dat vinden wij
onverantwoord. Daar komt bij dat we in 2019 het gebouw van De Linde ook nodig
hebben voor tijdelijke huisvesting als er verbouwd wordt bij de Borg en Mozaiek.
Haderaplein
Het plan voor het centrum van Haren
kent een lange geschiedenis. De ontwikkeling van het Haderaplein moest geld
opleveren om het gemeentehuis mede te financieren. In 2012 heeft de toenmalige
gemeenteraad een uitgebreide kaderstellingsnotitie besproken en vastgesteld.
Tijdens dat debat heeft de toenmalige VVD-wethouder Remco Kouwenhoven (in een
college van VVD, PvdA, GL en CU) een tweetal toezeggingen gedaan die in de
jaren daarna niet goed zijn meegenomen in het vervolgtraject. De raad wilde een
zogenaamde terugspringende rooilijn voor het gebouw aan de kant van het
Raadhuisplein. Kouwenhoven zegde toe dat deze wens van de raad als eis zou
worden opgenomen in het bestemmingsplan en het Programma van Eisen (PvE).

De tweede toezegging was dat het PvE
voor de ontwikkelaar aan de raad als beslispunt zou worden voorgelegd. Het was
de bedoeling dat de afgesproken vervolgstappen in 2013 zouden plaatsvinden. In
2013 is er geen ontwerpbestemmingsplan opgesteld en kon ook geen PvE aan de
raad voorgelegd. In 2014 kwam er een ander college. Pas in 2016 heeft er weer
een debat plaatsgevonden over het Haderaplein. De kaders van 2012 zijn
herbevestigd en er moest zo snel mogelijk gestart worden met de Europese
aanbesteding. Ondanks de moeilijke tijden voor de detailhandel werd er toch door
de raad opnieuw gekozen voor een supermarkt (1100 m2) en dagwinkels (800 m2) in
het centrum met daarbovenop woningen. Mocht in het excellente segment als dat
de businesscase makkelijker maakte. In die tijd speelde de dreigende
herindeling al volop. Om de financiele situatie van Haren te verbeteren was er
een meerderheid in de raad die koerste op een maximale opbrengst voor de grond.
De grondopbrengst moest immers het gemeentehuis voor een deel financieren!
Het nieuwe college is na de
raadsuitspraak van oktober 2016 volop aan de slag gegaan met de kaderstelling
uit 2012 om het bestemmingsplan en de Europese aanbesteding voor te bereiden. In
juli 2017 is het ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd en na de zomer van
2017 is de Europese aanbesteding met externe ondersteuning opgestart. De gemeenteraad
heeft het PvE toegestuurd gekregen. Er zijn toen drie dingen fout gegaan: 1. De
terugspringende rooilijn is als optie meegenomen in het ontwerpbestemmingsplan
en het PvE, maar niet als eis. 2. Het PvE op basis van het
ontwerpbestemmingsplan is niet ter goedkeuring aan de raad voorgelegd, maar is
ter informatie via een link toegestuurd. 3. De raad heeft totaal niet
gereageerd op het ontwerpbestemmingsplan en het PvE tussen zomer 2017 en
december 2017. In december 2017 leverde de Europese aanbesteding een winnaar op:
Explorius. Toen kwam er een vierde probleem. Het definitieve bestemmingsplan is
niet voor de aanbesteding vastgesteld. Dat kan als fout gezien worden, maar het
is niet ongebruikelijk in de praktijk. Het bestemmingsplan was eerst in oktober
2017 en later in december 2017 gepland om in de raad te behandelen. Wethouders
Mariska Sloot (Ruimtelijke Ordening) en Mathilde Stiekema (Verkeer en Europese
aanbesteding) kozen ervoor om even de aanbesteding af te wachten om zeker te
zijn dat er aanbiedingen zouden komen in verband met de hoge vraagprijs voor de
grond. Het uitstel bood ook nog de kans om de verkeersparagraaf te actualiseren
en een nieuw Distributie Planologisch Onderzoek (DPO) te laten uitvoeren. Er
werd geen probleem verwacht als er biedingen zouden komen, omdat er geen grote
aanpassingen zouden worden doorgevoerd van ontwerpbestemmingsplan naar het definitieve
bestemmingsplan. Kleine aanpassingen op basis van het plan van de winnende
partij in de Europese aanbesteding zouden direct meegenomen kunnen worden.
Kritiek van de raad
De gemeenteraad had maandag 12
november snoeiharde kritiek op het college. Niet onterecht, maar er ontbrak wel
enige reflectie op de eigen rol. Er zitten geen grote verschillen tussen de
kaderstelling uit 2012, het ontwerpbestemmingsplan en het concept van het definitieve
bestemmingsplan. Behalve dan de terugspringende rooilijn. In 2012 is dat
uitgebreid in de raad besproken, in 2016 is het niet meer aan de orde geweest.
Het college heeft absoluut een fout gemaakt door de terugspringende rooilijn
niet als eis op te nemen of de discussie daarover aan te gaan. Er is hele goede
argumentatie voor het handhaven van een rechte rooilijn om de gewenste wand aan
het Raadhuisplein te realiseren (ook een van de wensen uit 2012). Bij het plan
van Explorius heeft Libau (welstandscommissie) de oplossing van Explorius
geprezen. De verbinding tussen de Brinkhorst en het Raadhuisplein kan heel mooi
gerealiseerd worden met glazen puien. Helaas heeft hierover nooit een inhoudelijke
discussie plaatsgevonden met de raad!
Het voorleggen van het PvE is in
2016 niet meer expliciet aan de orde geweest. De raad zegt unaniem dat dan de
afspraak uit 2012 gewoon geldt. Daar is iets voor te zeggen. Het expliciete beslispunt
in 2016 om de Europese aanbesteding te starten is door het college opgevat als
tempo maken. Hier heeft het college een belangrijke tweede fout gemaakt, maar
had de raad dit niet eerder aanhangig moeten maken? Het college was zich op dat
moment er helemaal niet bewust van dat er een fout is gemaakt.
Een volgend punt van kritiek is het
gemis van een integrale visie op parkeren, verkeersafwikkeling en ontwikkeling
winkelcentrum. In het concept bestemmingsplan is opgenomen hoeveel
parkeerplaatsen er verdwijnen en hoeveel er terugkomen en wat de mogelijkheden
zijn om langparkeerders te weren en voldoende plekken te houden voor winkelend
publiek. Op basis van de meest recente verkeerstellingen blijkt dat de huidige
infrastructuur zwaarder belast wordt, maar de ontwikkeling wel aankan. Een
extra oost-west verbinding voor de ontlasting van de Molenweg moet er komen.
Die zal er komen, maar pas als het terrein van de Biotoop ontwikkeld zal
worden. De grond waarop die verbinding gerealiseerd moet worden is niet van de
gemeente, maar van de RuG. De RuG wil daar pas over praten als zij gaan
ontwikkelen. Dat zal zeer waarschijnlijk niet gebeuren voor 2023. Dat betekent
dat je nu voor de keus staat: geen aanvullende ontwikkelingen zonder extra weg
of toch wel verder ontwikkelen en pas later de extra verbinding realiseren. De
meerderheid van de raad heeft nooit laten doorschemeren voor de eerste optie te
kiezen!
Een eerste aanzet voor de
centrumvisie ligt er, maar de door de raad gewenste samenhang ligt er niet. Met
de herindeling in zicht is dat ook niet zo raar?
De raad was ook erg kritisch op het
college ten aanzien van communicatie. En dat is onterecht. Tot 2016 is er een
uitgebreid participatietraject geweest met de directe omgeving. In december
2017 hebben omwonenden een pittige brief geschreven aan het college. Daar kwam
in de decembercommissie geen adequaat antwoord op. Daarna zijn een aantal
betrokkenen persoonlijk geïnformeerd vanuit de ambtelijke organisatie. Ik heb
zelf in januari de portefeuille Ruimtelijke Ordening overgenomen na het vertrek
van GVH uit het college. De communicatie in die periode was niet meer alleen
met de directe omgeving, maar met alle inwoners. Er lag een concreet plan van
de winnaar van de Europese aanbesteding. Dan maakt de gemeente gebruik van de
vorm van een inloopavond. Iedere belangstellende kan daar met de ontwikkelaar
spreken, met de gemeente, met de architect, met de bouwer en met elkaar. Op
verzoek van de raad heb ik alsnog gesprekken gevoerd met de bewoners van de
Molenweg, bewoners van de Hortuslaan, een drietal VVE’s, de ondernemersvereniging
en de fietsersbond. Dat waren plezierige en over en weer verhelderende
gesprekken waarover we uitgebreid gerapporteerd hebben. De enige reactie van
een aantal raadsleden was dat het college niet met alle betrokkenen tegelijk
heeft gesproken. Als je de hond wilt slaan is er altijd wel een knuppel te
vinden!
Hoe nu verder?
De raad heeft een amendement op het
bestemmingsplan aangenomen met 6 punten. Een aantal daarvan kunnen en zullen in
het definitieve bestemmingsplan worden opgenomen. Er zitten een drietal punten
in het amendement die lastig zullen worden met de overeenkomst met Explorius.
Dat betreft de terugspringende rooilijn, de expeditie ruimte onderdeel te maken
van het gebouw en niet buiten het gebouw aan de noordkant tussen het gebouw en
de tuinen van een aantal Molenwegbewoners en de plicht voor de ontwikkelaar om
een meer openbare parkeerplaatsen te realiseren. Het college gaat in gesprek
met Explorius en de gemeente Groningen om te kijken of er oplossing te bedenken
is.
Tot slot
Fractievoorzitter van de CU, Dieta
Praamstra, vroeg aan mij en mijn collega Mathilde Stiekema wat voor gevoel wij
hebben bij dit dossier. Ik antwoordde onmiddellijk: een gefrustreerd gevoel. De
projectleider en ik hebben in de laatste fase van het project het dossier
overgenomen. Wij hebben naar een onze indruk een goede vertaling gemaakt van de
schriftelijke kaders uit 2012 naar het bestemmingsplan. Er zijn
ontegenzeggelijk in het traject een aantal zaken fout gegaan, maar het heeft
een plan opgeleverd dat past op hoofdpunten van de kaders van 2012 en het
bestemmingsplan. In de uiteindelijke besluitvorming hebben elementen meegespeeld
die we in de slotfase van het traject nooit meer konden repareren.
Michiel Verbeek, 14 november 2018