Het DUO-rapport mist de kern: niet het advies, maar het systeem faalt
DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs) kwam onlangs met het rapport “Verschil in schooladvies tussen jongens en meiden’ met als ondertitel: Meiden op afstand”. De titel belooft vuurwerk, maar het grootste verschil dat gevonden werd? 1,4 procentpunt. Dat is zo weinig dat de grafiek uit elkaar werd getrokken om het überhaupt zichtbaar te maken.
Als 50 procent van de meisjes een havo/vwo-advies krijgt, krijgen 51,4% van de jongens dat advies. Alarm! Breek het systeem open! Of wacht… is dit werkelijk het probleem?
In het rapport wordt het basisschooladvies vergeleken met de prestaties in het derde jaar van de middelbare school. Meisjes doen het daar beter dan jongens, dus hun advies zou te laag zijn. Daarna volgen verklaringen die meer aanvoelen als een brainstorm op vrijdagmiddag dan als onderzoek: meisjes die minder op de voorgrond treden, meisjes die minder hun cognitieve kwaliteiten laten zien, rekenen dat zwaarder weegt dan taal, en het narratief dat ‘het onderwijs niet aansluit bij jongens’ en daardoor compensatie plaatsvindt.
Na deze schetsmatige verklaringen concludeert DUO dat er meer onderzoek nodig is (natuurlijk), en stelt vervolgens voor om één objectieve maat voor alle kinderen te gebruiken. Deze gedachte kwam ook al naar boven uit onvrede over de verschillen tussen de huidige 6 doorstroomtoetsen. Een extra reden om geen grote waarde te hechten aan dit rapport is dat met ingang van het schooljaar 2024-2025 naast het schooladvies de verplichte doorstroomtoets het recht geeft aan ouders en kinderen om het advies naar boven bij te stellen als de score daartoe aanleiding geeft.
Maar belangrijker: dit rapport kijkt opnieuw precies de verkeerde kant op.
Het echte probleem? Te vroege selectie.
We blijven in Nederland vasthouden aan het idee dat we op elf of twaalfjarige leeftijd de toekomst van een kind kunnen voorspellen. Dat is een hardnekkige illusie. Onderwijskundige Karen Heij laat in De kat en de bel zien dat de eindtoets géén betrouwbare voorspeller is voor succes in het voortgezet onderwijs, laat staan daarna. En laten we eerlijk zijn: hoe zou een eenmalige toets, die vooral taal en rekenen meet, bepalen wie je bent op je zestiende, achttiende of vijfentwintigste?
Toch houden we vast aan het ritueel: advies, toets, selectie, zeven schooltypes (praktijkonderwijs, vmbo basis, vmbo kader, vmbo gemengde en theoretische leerweg, havo, vwo, gymnasium). En elk jaar nieuwe rapporten die proberen te verklaren waarom het systeem scheef uitpakt: jongens versus meisjes, ouders met veel versus weinig opleiding, een positieve versus negatieve vriendengroep, wonen in een goede versus slechte buurt, thuis Nederlands versus een andere taal spreken. De verschillen verschuiven, maar het systeem blijft hetzelfde.
Een alternatief dat wél werkt
Stop met selecteren op twaalf. Gun jongeren een Tussenruimte van vijf tot zeven jaar waarin ze:
- hun talenten ontdekken,
- zelfvertrouwen opbouwen,
- de wereld leren kennen,
- echte projecten doen,
- eigen leervragen uitwerken,
- levenslessen krijgen,
- zich goed voorbereiden op een vervolgstudie of arbeidsmarkt.
Zolang we denken dat het probleem in 1,4 procentpunt zit, blijft het echte probleem onzichtbaar: niet de leerling faalt, maar het systeem. En dat laat zich niet corrigeren met nóg een rapport en nóg een grafiek die opgerekt moet worden om drama te suggereren. En zeg niet dat het systeem niet anders kan. Het kan wel!
Michiel Verbeek