LAAT SCHOLEN NPO-GELDEN INZETTEN VOOR EEN DRIEJARIGE BRUGPERIODE VAN DE ONDERWIJSRAAD
De Onderwijsraad heeft een gedurfd voorstel gedaan van een driejarige brugperiode en een nieuw differentiatiemodel. Het ministerie van OCW heeft in het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) heel veel geld beschikbaar gesteld. De kans is groot dat er niet zoveel geld nodig is voor het wegwerken van achterstanden. Laat het geld dat over is gebruikt worden voor scholen die al voorbereidingen willen plegen voor een driejarige brugperiode en een eigen differentiatiemodel.
Een aantal recente publicaties bieden inspiratie voor het voortgezet onderwijs na corona. Ik denk aan het manifest van het Break Out Team, het boek Onderwijs na Covid-19, het discussiestuk Toekomst van het Onderwijs en mijn boek Wie durft deze school aan?. Half april kwam daar het rapport Later selecteren, beter differentiëren van de Onderwijsraad bij. Aan de vele reacties kun je direct opmaken dat dit rapport relevant wordt voor het onderwijs en de formatietafel. Het is een gedurfd advies, omdat het een stelselwijziging voorstelt. Sinds het rapport Tijd voor Onderwijs van de commissie Dijsselbloem uit 2008 heeft niemand het meer aangedurfd om brede stelselwijzigingen voor te stellen. De Onderwijsraad durft het aan en heeft daarvoor belangrijke redenen:
- We gooien talent weg.
- Leerlingen moeten op te vroege leeftijd een vergaande keuze maken.
- Leerlingen zitten te snel in een hokje. Switchen en stapelen is moeilijker worden. De Onderwijsraad noemt dit te sterke ‘padafhankelijkheid’.
- De kansenongelijkheid neemt toe.
- De onnodig hoge keuzestress bij leerlingen en ouders van groep 8.
- Onjuiste schooladviezen, vooral onderadvisering.
- Veel leerlingen ontmoeten elkaar niet meer.
De Onderwijsraad kiest als oplossing voor een driejarige brugperiode waarbij recht gedaan wordt aan de verschillen tussen leerlingen. Dat vereist een slim differentiatiemodel. Alle kinderen drie jaar lang in een klaslokaal met allemaal verschillende taken passend bij ieders individuele niveau is een horrorscenario voor docenten. De Onderwijsraad daagt schoolleiders en docenten daarom uit om een eigen differentiatiemodel te ontwikkelen. Het uitstellen van de keuze voor een vervolgopleiding levert een betere keuze op. Leerlingen hebben dan meer van verschillende vakken en thema’s ‘geproefd’ en hebben meer zicht in hun eigen capaciteiten, interesses, passies en identiteit. Later selecteren is beter selecteren!
Invullen van de driejarige brugperiode
De Onderwijsraad snijdt een aantal hardnekkige problemen aan in het voortgezet onderwijs, maar laat ook een aantal onbesproken. Het beperkte eigenaarschap van docenten en leerlingen, uur na uur een ander vak met een andere docent met vaak andere regels en het keurslijf van cijfers, toetsen en examens. Maar het grootste probleem in voortgezet onderwijs is het gebrek aan motivatie voor lessen bij leerlingen. In de coronatijd ontstond er een sterke behoefte om weer naar school te gaan, maar niet zozeer vanwege de lessen, maar meer om klasgenoten, vrienden en vriendinnen weer te zien. Het sociale aspect. In het Inspectierapport uit 2020 stond een zorgelijke paragraaf over die lage motivatie. Dat sloot aan bij een rapport van de Oeso (35 meest ontwikkelde landen) waar Nederland onderaan bungelt als het gaat om motivatie bij leerlingen. Dit is rampzalig, omdat effectief leren motivatie vergt. Onderzoek van de Canadese psychologen Edward Deci en Richard Ryan leert ons drie begrippen die centraal staan bij motivatie: autonomie, verbondenheid en competentie. Bij autonomie moet gedacht worden aan eigen keuzes maken, individuele vrijheid en het gevoel van zelfbeschikking. Bij verbondenheid gaat het om het verlangen naar interactie, contact, ergens bij horen. Bij competitie gaat het om de balans tussen beschikbare kennis en vaardigheden van het individu en de uitdagingen die leerlingen worden voorgehouden. Nieuwe stof moet betekenis geven, er moet sprake zijn van een positieve benadering, leerlingen moeten een succesbeleving kunnen ervaren en er moet persoonlijke feedback plaatsvinden. Feedback gericht op persoonlijke ontwikkeling en groei. Dat is iets heel anders dan selecteren op basis van cijfers op toetsen. In mijn boek Wie durft deze school aan? beschrijf ik de fictieve school Stellalusat. Die school is anders georganiseerd. De driejarige brugperiode van de Onderwijsraad zou op een vergelijkbare manier ingevuld kunnen worden.
De samenleving vraagt om anders opgeleide jongeren
De samenleving vraagt om anders opgeleide jongeren. Jongeren die levenslessen hebben meegekregen, die creatief zijn, die goed kunnen samenwerken, die kritisch kunnen denken en die goed kunnen communiceren. Dat vergt systematische aandacht. De school helpt jonge mensen om zichzelf te leren kennen, maar ook om zich voor te bereiden op de relatie tot de samenleving en anderen. Laat jonge mensen in hun formatieve jaren betrokken worden bij belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen. De klimaatdemonstraties van jongeren over de hele wereld laat zien dat jongeren betrokken zijn bij de opwarming van de aarde. Ook niet zo gek, het is per slot van rekening hun toekomst. Hun toekomst zal ook sterk bepaald worden door de ontwikkelingen op het gebied van Artificiële Intelligentie (AI). De digitalisering vervlecht zich met het fysieke en de biologie. Laat de creatieve geesten van jongeren los op belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen. Laat de wereld waarin ze opgroeien en de wereld die er aan komt uitgangspunt zijn van leren. In de vorm van workshops kan soms een bepaald vak betrokken zijn, maar ook meerdere vakken en meerdere docenten. Hoe mooi zou het zijn dat docenten met elkaar als team bepalen wat voor impact ze op de leerlingen willen maken en leerlingen keuzes geven in workshops. Misschien een aantal verplichte workshops, maar laat leerlingen ook keuzes maken op basis van interesses, passies en inschatting van wat nodig is voor een mogelijke vervolgstudie. Het geeft autonomie aan leerlingen en er ontstaat andere verbondenheid. Niet noodzakelijkerwijs met leeftijdsgenoten op het gelijke cognitieve niveau.
NPO en het voorstel van de Onderwijsraad
De Onderwijsraad is er zeer van bewust dat het voorstel van een driejarige brugperiode een verstrekkend voorstel is. Schoolleiders en docenten moeten ruimte krijgen om de verandering door te voeren. Dat vergt nieuwe kaders, tijd, geld en support van besturen. Docenten moeten ruimte krijgen om met elkaar na te denken over een eigen differentiatiemodel en tijd om het te ontwikkelen. Daar zouden scholen nu al mee kunnen beginnen. Het ministerie heeft net 8,5 miljard euro (NPO) in het onderwijs gepompt om achterstanden en vertragingen door corona mee weg te werken. De kans is groot dat hier geld van overblijft als blijkt dat een heleboel vermeende achterstanden in de loop van de tijd prima zijn op te lossen en als scholen beseffen dat heel veel geld anders verdwijnt in de zakken van commerciële bureau’s. Die bereiden allemaal bijlessen voor, huiswerkbegeleiding en zomerscholen. Je hoort al verhalen van docenten die overwegen zich in te schrijven bij de Kamer van Koophandel om straks als eenmanszaak diensten aan te bieden. Over de verkeerde besteding van de NPO-gelden heb ik eerder geschreven: https://bit.ly/2QOiesA. Het is geruststellend dat de Rekenkamer meekijkt bij de besteding van de NPO-gelden. Als voorkomen wordt dat veel geld uit de NPO-pot besteed wordt aan commerciële bureau’s, dan kan er geld overblijven voor scholen die zich al willen voorbereiden op een driejarige brugperiode. Van dat geld kunnen ze extra docenten aanstellen ter vervanging van docenten, die tijd moeten krijgen om met elkaar een differentiatiemodel te ontwerpen. En misschien willen ze daar externe expertise voor inhuren. Fijn als daar ook geld voor is.
Michiel Verbeek, 22 april 2021