Rob Jetten, kies voor een minderheidskabinet. Het kan wél
Wie de Haagse verkenningen volgt, ziet het scenario langzaam kantelen. Waar na het werk van Sybrand Buma even leek dat D66, CDA en VVD serieus zouden inzetten op een minderheidskabinet, wordt nu opnieuw gespeculeerd over een meerderheidscoalitie met JA21. Een opening die CDA-leider Henri Bontenbal plotseling bood, en die naadloos aansluit bij het droombeeld van VVD-leider Dilan Yesilgöz. Het zou de politiek opnieuw van haar lelijkste kant laten zien.
Hans Goslinga schreef in Trouw van 13 december dat Rob Jetten het Torentje alleen zou kunnen betrekken in ruil voor samenwerking met JA21. Dat is precies de druk die nu wordt opgevoerd. Maar Jetten hoeft die deal niet te accepteren. Sterker nog: hij móét dat niet doen.
Yesilgöz heeft zich tijdens de campagne knap uit een forse verkiezingsnederlaag weten te knokken door een harde blokkade op te werpen tegen GroenLinks-PvdA. Ze sloot niet alleen de PVV uit – de grootste partij op rechts – maar ook GL-PvdA, de grootste partij op links. Daarmee werd het politieke midden kunstmatig versmald. Normaal gesproken worden na verkiezingen de kaarten opnieuw geschud vanuit het besef dat het land bestuurd moet worden. Maar Yesilgöz trok de campagnelijn door in de formatie en kreeg daarbij luidruchtige steun van VVD-prominenten als Halbe Zijlstra, Henk Kamp, Fred Teeven en Christianne van der Wal.
Rob Jetten en Henri Bontenbal hadden een andere voorkeur: een breed meerderheidskabinet van D66, CDA, VVD en GL-PvdA. Dat plan was kansrijk, inhoudelijk verdedigbaar en politiek volwassen. Maar het werd door de VVD van tafel geveegd. Wat resteert, is een centrumrechts pad met JA21, eventueel aangevuld met 50Plus om tot 77 zetels te komen. Een coalitie die vooral is ingegeven door electorale blokkades en niet door bestuurlijke noodzaak.
D66 wil niet regeren met JA21, maar heeft de partij ook niet expliciet uitgesloten. Dat halve standpunt lijkt Bontenbal opnieuw ruimte te hebben gegeven om JA21 in beeld te brengen. En dat terwijl een minderheidskabinet van D66, CDA en VVD juist een verfrissende uitweg bood. De VVD leek bereid haar campagnestand te verlaten en serieus te kijken naar een nieuw bestuursmodel. Dat momentum mag niet verloren gaan.
Een minderheidskabinet is geen zwaktebod, maar een kans. Laat een klein kabinet van deskundige bewindslieden voorstellen doen die in de Tweede Kamer worden gewogen, aangepast en verbeterd. Dat levert scherpere inhoudelijke debatten op en minder dichtgetimmerd coalitiegedoe. Het dwingt tot transparantie en tot samenwerking per onderwerp. Precies wat het vertrouwen in de politiek kan herstellen.
GroenLinks-PvdA heeft zich uitgesproken tegen een minderheidskabinet. Dat is doodzonde. Anders was een alternatief denkbaar geweest van D66, CDA en GL-PvdA, met de expliciete toezegging van partijen als Volt, Denk, ChristenUnie, 50Plus, SP en Partij voor de Dieren – samen goed voor vijftien zetels – om niet direct mee te gaan in een motie van wantrouwen van de PVV. Zo’n constructie zou stabiliteit hebben geboden zonder ideologische uitverkoop.
De vraag is nu: krijgt Goslinga gelijk en offert Jetten zijn principiële bezwaren op om minister-president te worden? Of verrast hij Den Haag door vast te houden aan een minderheidskabinet en daarmee het politieke spel open te breken? En als de VVD blijft overvragen, is Jesse Klaver dan alsnog bereid verantwoordelijkheid te nemen in een minderheidsconstructie met D66 en CDA?
Als Bontenbal blijft zwabberen en Jetten alsnog JA21 accepteert, krijgt Yesilgöz haar zin. Dat zou niet alleen een trieste ontknoping zijn van deze formatie, maar ook een strategische ramp voor D66. De partij die ooit stond voor bestuurlijke vernieuwing zou zich dan vastketenen aan een constructie die puur draait om macht en uitsluiting. Met de gemeenteraadsverkiezingen in aantocht kan dat wel eens de doodsteek blijken.
Rob Jetten heeft nog een keuze. Een minderheidskabinet is geen risico, maar een kans om te laten zien dat politiek ook anders kan. Het kan wél.
Michiel Verbeek