Skip to main content Skip to footer

Schoolbestuurders van Nederland: mag ik even jullie aandacht?

Wanneer voelde jij als schoolbestuurder voor het laatst dat een leerling in jouw school zó gemotiveerd was, dat hij niet kon wachten om weer naar school te gaan?
Wanneer zag jij een jongere zélf de regie nemen over zijn leerproces, met focus, nieuwsgierigheid en intrinsieke motivatie?

Het is ieder jaar weer knokken voor genoeg leerlingen om financiën op orde te houden of te krijgen. Extra belangrijk, omdat we een overheid hebben die niet terugdeinst om te bezuinigen op onderwijs. Als je het schoolsysteem niet aanpast aan het lerarentekort, dan hou je de dagelijkse druk van het rond krijgen van roosters. Naast de Basisvaardigheden is de Inspectie ook strijdbaar geworden op Burgerschap. Veel tijd om met het hele team eens diepgaand te reflecteren op de vele uitdagingen als meer inspelen op wensen en behoeften van leerlingen, beter accommoderen van neurodiversiteit en de kansen van AI, is er niet. Van de kant van de politiek zijn eerder bezuinigingen te verwachten dan stimulering van innovaties. En toch roep ik jullie schoolbestuurders op om na te denken over de noodzakelijke kanteling van het onderwijs. Of als kanteling te vergaand is dan andersoortig onderwijs naast het bestaande faciliteren. 

 

Wetenschappelijke kritiek op het huidige onderwijssysteem

Het Nederlandse onderwijssysteem combineert een hoog niveau van decentralisatie en autonomie van besturen en scholen met een set aan sterke verantwoordingsmechanismen, waaronder centrale toetsing door nationale examens, een sterke en veeleisende onderwijsinspectie, goede informatievoorzieningen, onderzoeksinstellingen en intermediaire (belangen-)organisaties met hoge verwachtingen van het onderwijssysteem. Het huidige onderwijssysteem is zeer solide, maar mist een sterke wetenschappelijke basis. Het leerstofjaarklassensysteem, 1 docent per klas met  25-30 leerlingen van dezelfde leeftijd, vaste lesmethodes vanaf jaar 1 afgestemd op het examen en losse vakken van 50 minuten zijn niet ontstaan uit wetenschappelijk onderzoek, maar uit efficiëntie-overwegingen. In de late 19e en vroege 20e eeuw, toen massaal onderwijs werd ingevoerd, was het simpelweg praktisch om kinderen in jaargroepen te verdelen en ze volgens een standaardprogramma les te geven. Dit model komt eerder voort uit industrieel denken dan uit onderzoek naar optimale leerprocessen. Leergroei verschilt enorm tussen kinderen van dezelfde leeftijd. Leeftijd zegt weinig over leerbehoefte of niveau. 50 minuten per vak, losse vakken zonder verbinding en zonder differentiatie passen vaak niet goed bij hoe leerlingen optimaal leren. Een strak voorgeschreven curriculum en weinig ruimte voor autonomie verminderen de motivatie van leerlingen (Zelfdeterminatietheorie van Deci & Ryan). Er zijn sterke aanwijzingen dat differentiatie, formatieve feedback, zelf- en vooral co-regulatie belangrijk zijn voor leren — elementen die moeilijk zijn in traditionele jaarklassen. Voor socialisatie en subjectificatie is vaak te weinig tijd, terwijl scholing daarin essentieel is voor een succesvolle vervolgopleiding en het leven.

 

Jongeren zijn veranderd

Vandaag de dag begeleiden we een generatie jongeren die fundamenteel anders leert dan twintig jaar geleden. Ze zijn opgegroeid in een wereld van overvloedige informatie, constante prikkels en digitale netwerken. Ze zijn snel, creatief, sociaal bewust en ja ook veeleisend. Ze willen begrijpen waarom ze iets leren. Ze zoeken betekenis, autonomie en echtheid.

Uit het rapport van oudervereniging Balans blijkt dat er zo’n 70.000 thuiszitters zijn. Dan is er nog een grote groep ‘uitzitters’. Leerlingen die school of te saai vinden of om andere redenen vastlopen in het reguliere onderwijs, maar zich er toch door heen weten te worstelen. En dan is er nog een derde groep waar terecht steeds meer aandacht voor is: jongeren met neurodivergente breinen. Het huidige onderwijssysteem is gericht op de neurotypische breinen. Veel schoolbestuurders constateren dat er een groeiende groep is waarbij het huidige onderwijssysteem niet goed aansluit bij hun breinbedrading. Doodzonde als die groep gefrustreerd uitvalt. 

En toch blijven veel scholen voor voortgezet onderwijs functioneren volgens het industriële model. Structuren die al een eeuw geleden ontworpen zijn voor beheersing, niet voor ontwikkeling. De mismatch tussen systeem en jongere wordt pijnlijk voelbaar.

 

De kanteling begint met visie én lef

De urgentie is duidelijk. Maar verandering in het onderwijs is complex. En dat vraagt iets van leiderschap, van bestuurders, rectoren, directeuren. Niet alleen beleidsmatig, maar ook persoonlijk. Durven we het oude los te laten? Durven we de ruimte te creëren waarin onderwijs opnieuw mag ontstaan? Durven bestuurders met een tijdelijke aanstelling een veranderingsproces aan? En dan bedoel ik iets anders dan na een negatief Inspectie rapport de boel ‘gladtrekken’. 

Wat als jullie bestuurders niet de ruimte geven om niet het curriculum langer als vertrekpunt te nemen, maar de jongere zelf, wie dan wel? Wat als jullie docenten niet starten met de vraag ‘Wat moet ik behandelen?’, maar leerlingen vragen: ‘Wat wil jij leren? Wie wil jij worden?’ Is het geen prachtige uitdaging om daar voor het onderwijs anders te organiseren?

 

Van curriculumgericht naar ontwikkelingsgericht

Ontwikkelingsgericht onderwijs gaat niet om ‘alles loslaten’, maar om de leervraag van jongeren als uitgangspunt van het leerproces te kiezen. En van daaruit kennis toe te voegen en vaardigheden ontwikkelen. Leerlingen worden gecoacht in hun leerproces, werken aan betekenisvolle wereldgeoriënteerde projecten, leren samenwerken, reflecteren, doelen stellen en vooral: leren leren.

De rol van een aantal docenten verandert van kennisoverdrager naar begeleider/coach.  Schoolteams worden samengesteld op basis van rollen, niet alleen functies: naast leercoaches blijven er vakexperts nodig en komen er netwerkpartners uit het werkveld. De schoolorganisatie beweegt mee, wordt flexibeler, mensgerichter.

 

En dan is er AI…

De opkomst van AI versnelt deze noodzaak. Niet omdat we bang moeten zijn voor vervanging, maar omdat AI het leren fundamenteel verandert. Met de komst van zeer geavanceerde AI-Tutors wordt AI een partner in het leerproces. AI helpt bij het vinden van informatie en het schrijven van werkstukken, maar kan ook heel individueel helpen bij het oplossen van een wiskunde som of een economisch vraagstuk. 

Jongeren moeten leren omgaan met AI, met ethiek, met kritisch denken. En daar hebben ze menselijk onderwijs voor nodig. Onderwijs dat richting geeft, ruimte biedt en rust brengt in een wereld die steeds sneller draait.

 

Wat kun jij doen als bestuurder?

De school van de toekomst vraagt niet om nóg een beleidsnota, maar om visie, lef en vertrouwen. Lef om ruimte te pakken die de wet toelaat. Jullie als bestuurders zouden ruimte kunnen bieden aan docenten om te bouwen aan de school waar kinderen naartoe wíllen. Niet uit plicht, maar uit verlangen.

Want uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde: dat iedere jongere gezien wordt, gehoord en geholpen wordt te worden wie het in potentie al is en graag wil worden. Dat levert jongeren op die uitgerust zijn met de waarden die we van generatie op generatie willen overdragen en jongeren die met zelfvertrouwen bouwen aan een mooie toekomst.

Michiel Verbeek

Cookiemelding

We gebruiken functionele cookies om ervoor te zorgen dat onze websites goed werken en veilige analytische cookies om je de best mogelijke gebruikerservaring te bieden.

Als u op 'Akkoord' klikt, stemt u in met het plaatsen van alle cookies.