Skip to main content Skip to footer

Zijn de Pisa resultaten echt rampzalig?

Het heeft een jaartje extra gekost, maar het nieuwe Pisa rapport is er. De dalende lijn voor rekenen/wiskunde, leesvaardigheid en natuurwetenschappen uit het vorige onderzoek uit 2018 zet zich door. Is het rampzalig? Ja en nee. Het is maar hoe je er naar kijkt en wat er gebeurt met de resultaten. 

Het Pisa onderzoek  wordt om de drie jaar uitgevoerd door de  Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso, een samenwerkingsverband van 38 landen op het gebied van sociaal en economisch beleid). Naast de Oeso landen deden veel partnerlanden mee aan het onderzoek. Het laatste rapport is in 2019 uitgekomen en ging over 2018. Het nieuwe rapport over 2021 had in 2022 moeten uitkomen. Door corona is het onderzoek en de publicatie een jaar uitgesteld. Het onderzoek is uiteindelijk afgenomen in het najaar van 2022. Deelnemers aan het onderzoek zaten in de leeftijd tussen 15 jaar en 3 maanden en 16 jaar en 2 maanden. Gemakshalve wordt er gesproken over een onderzoek onder 15-jarigen. Het onderzoek is afgenomen onder 690.000 leerlingen uit 81 landen. In Nederland hebben 5.046 15-jarigen meegedaan verdeeld over 154 scholen. 

Dit is de grafiek die tot veel commotie heeft gezorgd in Nederland. 

Voor leesvaardigheid en natuurwetenschappen heeft de neergaande lijn in het rapport over 2018 zich voortgezet. Wiskunde/rekenen leek in 2018 weer omhoog te bewegen, maar laat nu ook een dalende lijn zien. Dit leidt tot veel heftige reacties in de media: Dramatische daling van resultaten 15-jarige leerlingen. Een groot deel van onze 15-jarigen kunnen niet volwaardig meedoen aan de samenleving. Zie je wel, het gaat heel slecht met het onderwijs. Bijna een derde van de 15-jarigen is analfabeet of loopt het risico het te worden. Nu zie je het effect van het lerarentekort. Het wordt hoog tijd dat we voorrang geven aan basisvaardigheden, directe instructie, evidence-based onderwijs en kennis. Weg met alle onderwijsvernieuwing. Voor dat ik wat dieper in ga op het rapport, een paar andere grafieken: van het gemiddelde in de Oeso landen, de  buurlanden België en Duitsland en het vaak op onderwijsgebied bejubelde Finland. 

Warempel dezelfde beweging als in Nederland. Er is dus meer aan de hand dan problemen in het Nederlandse onderwijs. Dat maakte niet of nauwelijks uit voor veel reacties. De eerste heftige reacties verdienen enige nuance. Op rekenen/wiskunde is de score gedaald van 519 naar 493. Een daling van 26 punten. Maar Nederland staat bij rekenen/wiskunde nog steeds op plek 2 binnen de 27 EU landen. Alleen Estland scoort beter. Geen beroerde ranking. Nederland scoort ook ruim boven het Oeso gemiddelde van 472. Nederland had in 2018 bij leesvaardigheid plek 14 binnen de EU landen. Dat is nu plek 20 geworden: een daling van 26 punten van 485 naar 459. Voor het eerst duikt Nederland hiermee onder het Oeso gemiddelde (476). Bij Natuurwetenschappen daalt Nederland met 15 punten van 503 naar 488 punten. Nederland gaat daarmee van plek 5 naar plek 13 binnen de EU landen. In de onderlinge vergelijking zit Nederland nog steeds in de top voor wat betreft wiskunde/rekenen, maar is Nederland een middenmotor bij leesvaardigheid en natuurwetenschappen. Zoemen we meer in op de verschillende onderdelen, dan zien we dat ondanks de hoge klassering bij wiskunde/rekenen 27% van de deelnemers aan het onderzoek niet het gewenste niveau 2 haalt voor leerlingen van klas 3 middelbare school. Voor leesvaardigheid is dat 33% en voor Natuurwetenschappen is dat 27%. In alle drie de gevallen dalingen ten opzichte van 2018. Zie het overzicht:

Voor leesvaardigheid wordt niveau 2 als volgt omschreven door Pisa: Eén of meer stukken informatie vinden. Hoofdgedachte in de tekst bepalen en relaties begrijpen. Betekenis geven aan een deel van de tekst door simpele conclusies te trekken. Vergelijking maken met of relaties leggen tussen de tekst en alledaagse kennis. Voorbeelden van wat jongeren  moeten kennen en kunnen als het om het streefniveau 2F bij taal gaat, zijn: 

    1. Kan een eenvoudige tekst beknopt samenvatten (voor zichzelf). 
    2. Kan in grote lijnen redenen en verklaringen geven voor eigen meningen, plannen en handelingen en kan een kort verhaal vertellen. 
    3. Kan informatie verzamelen om over een onderwerp uit eigen interessegebied een voorbereide presentatie te geven. 
    4. Kan vragen beantwoorden naar aanleiding van deze presentatie. 
    5. Kan teksten lezen over alledaagse onderwerpen, onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld van de leerling en over onderwerpen die verder van de leerling af staan. 
    6. Kan instructieve teksten lezen, zoals recepten, veelvoorkomende aanwijzingen en gebruiksaanwijzingen en bijsluiters van medicijnen.
    7. Kan samenhangende teksten schrijven met een eenvoudige, lineaire opbouw, over uiteenlopende vertrouwde onderwerpen uit de (beroeps)opleiding en van maatschappelijke aard.

 

 

In het rapport over 2018 haalde 24% van de deelnemers niet niveau 2 bij leesvaardigheid. Dat leidde toen tot uitspraken in de media en van politici dat bijna een kwart van de 15-jarigen bijna analfabeet is. Dat werd vervolgens op allerlei plekken gretig overgenomen. Tot aan een motie in de Tweede Kamer toe. De kwalificatie ‘analfabeet’ is volstrekte onzin. Het is volgens de Stichting Lezen onzin, omdat jonge mensen nog volop tijd en dus kansen hebben om analfabetisme af te wenden. Zo’n label plakken op bijna een kwart van de 15-jarigen is kwetsend en vernederend. En het helpt deze jongeren niet vooruit. Op basis van het rapport 2022 gaan we ruim voorbij een kwart dat niveau 2 op 15-jarige leeftijd niet heeft gehaald. 

 

 

Wat betekent een daling in het Pisa rapport?

 

In het rapport lezen we daar het volgende over: een daling van 10 punten komt neer op ongeveer een half jaar extra leertijd. Met andere woorden: achterstanden zijn door meer schooltijd en slimme interventies in te lopen. Een bewezen methode om dat te doen is High Dosis Tutoring. Dat is 1 op 1 of 1 op 2 begeleiding. Het werkt enorm goed in de praktijk, maar er hangen hoge kosten aan. Als de kinderen en jongeren voorop staan en we niveau 2 essentieel voor volwaardig meedoen vinden, dan moeten we dat er als samenleving voor over hebben. 

 

 

Havo en vwo leerlingen scoren ruim voldoende, de problemen zitten bij het vmbo

 

Nadere studie van het rapport leert ook dat leerlingen op de havo en het vwo boven niveau 2 bij wiskunde/rekenen en natuurwetenschappen zitten. Voor leesvaardigheid zitten de vwo leerlingen en 89% van de havo leerlingen op niveau 2 of hoger. De uitdagingen op basis van Pisa 2022 zitten dus bij het vmbo en het praktijkonderwijs. Geen van de leerlingen in het Praktijkonderwijs heeft op 15-jarige leeftijd niveau 2 bereikt. Bij vmbo basis zit 87% onder niveau 2. Bij vmbo kader is dat 68%. Bij vmbo tl haalt 50% niveau 2 nog niet. Je kunt je afvragen of de Pisa toets voor het praktijkonderwijs relevant is. Voor het vmbo zijn interventies zinvol en nodig.

Oorzaken daling resultaten

 

In het rapport worden geen duidelijk onderbouwde oorzaken van de daling van de resultaten genoemd. Wel is er het vermoeden dat de corona tijd met schoolsluitingen, meer eenzaamheid en onvoldoende in de leerstand een rol hebben gespeeld. Er wordt ook geconstateerd dat jongeren die opgroeien in gezinnen met ouders met een lage opleiding en een lage sociaal economische status (SES) duidelijk minder scoren. Dat geldt ook voor jongeren die thuis een andere taal spreken dan Nederlands. De vervolgvraag is dan natuurlijk: is de genoemde groep in de afgelopen jaren groter geworden? Dat is niet duidelijk en is ook niet makkelijk uit CBS cijfers te halen. Met betrekking tot het welbevinden wordt geconstateerd dat de Nederlandse 15-jarigen hun leven een 7,3 geven. Daar valt bij op dat meisjes duidelijk minder tevreden zijn met hun leven dan jongens. 

Het zou interessant zijn om na te gaan in hoeverre in landen het fenomeen ‘learning for the test’ aan de orde is. En of scholen methoden gebruiken die heel goed of juist helemaal niet aansluiten op de wijze van testen door Pisa. Wat in Nederland ook speelt is de institutionalisering van lage verwachtingen van kinderen die onder moeilijke omstandigheden opgroeien. De Inspectie accepteert lagere resultaten van leerlingen op scholen in wijken met bovengemiddelde sociaal economische problematiek. Het lijkt meelevend voor de kinderen, maar het is maar zeer de vraag of dat gunstig is voor kinderen. 

In het rapport 2018 is extra aandacht gegeven aan leesvaardigheid. Toen bleek dat Nederlandse leerlingen weinig lazen en weinig leesplezier hadden. Dat is nog steeds het geval. In Nederland groeit de gedachte dat leesplezier op de basisschool in de kiem gesmoord wordt door de onaantrekkelijkheid van de technische benadering van begrijpend lezen. Uit de analyse van Arjen Lubach blijkt overtuigend bewijs. Om het leesplezier bij leerlingen te bevorderen is leesplezier bij leerkrachten essentieel. Als dat er niet is, dan kunnen ze onmogelijk inspirator zijn voor leerlingen.

Een andere logische verklaring voor de daling van de score op leesvaardigheid is digitalisering. De schermcultuur heeft voor veel kinderen en jongeren de leescultuur verdrongen.

 

 

Conclusies

 

Om de drie jaar is een groot wereldwijd onderzoek zonder meer interessant en nuttig. Uitkomsten moeten gebruikt worden voor uitwisseling van kennis van verschillende aanpakken in de verschillende landen. Laten we van elkaar leren! De aanpak van bijvoorbeeld leesvaardigheid in Ierland is de moeite waard om nader te bestuderen. 

Hou in de gaten dat de Pisa toets maar een beperkt aantal onderwerpen test. Een heleboel belangrijke onderwerpen tellen niet mee in de toets. Als alleen de Pisa onderwerpen van belang zijn, dan zijn meer dan de helft van de docenten in de lerarenkamer overbodig. 

Als scholen het werkelijk belangrijk vinden om iets te doen op basis van de uitslagen, dan zullen docenten in het vmbo aan de bak moeten. De situatie uit het onderzoek zijn geen onomkeerbare gegevenheden. Er is iets aan te doen. Ik hoop dat schoolbestuurders in het vmbo docenten de kans en ruimte geven om leerprogramma’s te ontwikkelen om hun leerlingen bij te spijkeren. Vanuit de growth mindset van Carol Dweck. In een growth mindset geloven mensen dat hun meest fundamentele vaardigheden kunnen worden ontwikkeld door toewijding en hard werken; hersenen en talent zijn slechts het startpunt. Deze visie creëert een liefde voor leren en een veerkracht die essentieel is voor grote prestaties.

De uitkomsten van het Pisa onderzoek lijken koren op de molen van de voorstanders van klassikaal onderwijs, evidence-based leerprogramma’s, directe instructie en buiten de deur houden van onderwijsvernieuwing. Dat is een grote misvatting. Er is juist alle reden voor vernieuwing van het onderwijs. Door de vroege selectie na de basisschool dreigt het  gevaar dat leerlingen zich gaan gedragen naar de selectie. Het ontneemt hen het ontwikkelen van latente talenten. Het centraal stellen van leervragen van leerlingen en behandelen van grote maatschappelijke ontwikkelingen in samenhangende thema’s biedt de mogelijkheid om het grootste onderwijsprobleem van nu aan te pakken: gebrek aan motivatie voor lessen. Alleen als lesprogramma’s voor leerlingen inspirerend zijn ontstaat er motivatie om te leren. Het lerarentekort dwingt scholen om de leerprogramma’s anders te organiseren. Leerprogramma’s zodanig inrichten dat leerlingen zelfstandig of in een groepje aan het werk kunnen en dat voor onderdelen andere deskundigen ingeschakeld kunnen worden dan alleen professionals met een onderwijsbevoegdheid. En in het anders organiseren van het onderwijs moet het mogelijk worden om het tekort aan bepaalde vakdocenten op te lossen door alleen zeer gemotiveerde leerlingen zo’n vak te laten volgen en andere leerlingen te bevrijden van de dwang iets te volgen wat ze niet willen volgen en ook niet nodig hebben. Om de noodzakelijke ingrepen in het onderwijssysteem door te voeren zal afstappen van het denken van de school als fabrieksorganisatie en het leerstofjaarklassensysteem veel lucht geven. Kinderen, jongeren, docenten en ouders verdienen beter onderwijs!

 

 

Michiel Verbeek

 

 

Cookiemelding

We gebruiken functionele cookies om ervoor te zorgen dat onze websites goed werken en veilige analytische cookies om je de best mogelijke gebruikerservaring te bieden.

Als u op 'Akkoord' klikt, stemt u in met het plaatsen van alle cookies.